Beschikbaarheidsdiensten moeten worden aangemerkt als arbeidstijd

"Het criterium of een wachtdienst dient te worden aangemerkt als werktijd, of als rusttijd,
ligt aldus op de fysieke aanwezigheid
van de werknemer op de werkplek"


Wachttijd = werktijd

Beschikbaarheidsdiensten moeten worden aangemerkt als arbeidstijd. Dit vloeit voort uit een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de EG. Een en ander betekent dat een regeling op grond waarvan een werknemer alleen díe tijd gecompenseerd krijgt waarin hij, gedurende een beschikbaarheidsdienst, daadwerkelijk werkt, in strijd is met Europees recht. Dat een werknemer, zoals in het onderhavige geval, gedurende gedeelten van een beschikbaarheidsdienst kan slapen, doet hier niets aan af.

Wat was het geschil?
Werknemer Jaeger werkt als assistent-arts op de afdeling chirurgie van een Duits ziekenhuis. Naast zijn reguliere dienst moet hij gemiddeld zes keer per maand een beschikbaarheidsdienst vervullen. Tijdens deze beschikbaarheidsdienst is hij in het ziekenhuis aanwezig en beschikt hij over een kamer met bed, waar hij kan slapen indien zijn diensten niet nodig zijn. Op grond van nationaal (Duits) recht wordt Jaeger, gedurende zijn beschikbaarheidsdienst, slechts betaald voor de tijd dat hij zijn beroepswerkzaamheden verricht, en niet voor de overige tijd. Werknemer Jaeger stelt zich nu op het standpunt dat zijn beschikbaarheidsdienst in zijn geheel als arbeidstijd dient te worden aangemerkt, en dus niet gedeeltelijk als rusttijd.

Wat is arbeidstijd?
Het begrip arbeidstijd moet gedefinieerd worden als de tijd waarin de werknemer werkzaam is, ter beschikking staat van de werkgever en zijn werkzaamheden of functie uitoefent . Bovendien sluiten de begrippen arbeidstijd en rusttijd elkaar uit . Dit had het Hof van Justitie in een eerdere zaak reeds bepaald. Aansluitend hierop oordeelde het Hof dat dienstperioden, waarin werknemers fysiek aanwezig moeten zijn op hun werkplaats, in zijn geheel als arbeidstijd aangemerkt dienen te worden.

Wanneer is wachttijd arbeidstijd?
Het criterium of een wachtdienst dient te worden aangemerkt als werktijd, of als rusttijd, ligt aldus op de fysieke aanwezigheid van de werknemer op de werkplek . Zo ook, aldus het Hof, in het onderliggende geval. Aangezien assistent-arts Jaeger tijdens een beschikbaarheidsdienst de gehele tijd in het ziekenhuis (fysiek) aanwezig is, geldt ook de gehele tijd van deze dienst als arbeidstijd. Daaraan doet, volgens het Hof, niets af dat de arts gedurende gedeelten van deze beschikbaarheidsdienst kan slapen, nu deze perioden inherent zijn aan de beschikbaarheidsdienst waarbij hij fysiek aanwezig dient te zijn. Bij een fysieke aanwezigheid, heeft de werknemer immers in mindere mate de vrijheid zijn eigen tijd in te delen en dit zou, indien aangemerkt als rusttijd, conflicteren met de in Europees recht geldende opvattingen met betrekking tot rusttijd en arbeidstijd.

Conclusies
De uitspraak brengt de volgende conclusies met zich mee:

  • Beschikbaarheidsdiensten, waarbij een werknemer fysiek op de arbeidsplaats aanwezig dient te zijn, dienen volledig als arbeidstijd te worden aangemerkt. Ook indien de werknemer, tijdens de perioden waarin van hem geen werkzaamheden worden verlangd, op zijn werkplek kan rusten. Regelingen, zoals een CAO, die de perioden tijdens welke een werknemer, gedurende een beschikbaarheidsdienst, aanmerken als rusttijd, zijn in strijd met Europees recht.
  • Een verkorting van de dagelijkse rusttijd van 11 aaneengesloten uren door het verrichten van een beschikbaarheidsdienst die bovenop de normale arbeidsdienst komt, is slechts toegestaan mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat de betrokken werknemer overeenkomstige compenserende rustijden wordt toegekend en wel onmiddellijk na de desbetreffende arbeidsperioden.
  • Een verkorting van de dagelijkse rusttijd door het verrichten van een beschikbaarheidsdienst mag er in geen geval toe leiden dat de gemiddelde maximale wekelijkse arbeidstijd van 48 uur wordt overschreden, ermee rekening houdend dat de gehele beschikbaarheidsdienst als arbeidstijd wordt aangemerkt.

Tekst: © mr P.M. Noordhoek, Utrechtse Juristen Groep