Kan ik nog met brugpensioen ?

BrugpensioenBelgië kampt al geruime tijd met een bijzonder lage tewerkstellingsgraad bij oudere werknemers.

Eind 2005 kondigde de regering, niet zonder enige tegenstand, het Generatiepact aan. Op sociaal en arbeidsrechtelijk vlak werd een arsenaal aan maatregelen voorgesteld. Eén bepaalde set van maatregelen heeft tot doel de werkgelegenheidsgraad bij oudere werknemers te verhogen en één van de elementen die daarbij worden geviseerd, is het brugpensioen.

Er worden drie verschillende soorten maatregelen voorgesteld:

  • De toegang tot het brugpensioen wordt beperkt
  • Alternatieven voor brugpensioen, zoals aanvullingen bovenop tijdskrediet of werkloosheid worden fiscaal en parafiscaal zwaar aangepakt
  • Het werklozenstatuut van de bruggepensioneerde wordt aangepast.

Maar wat is nu eigenlijk brugpensioen ?

Hoewel er in het nieuws en op de werkvloer vaak sprake is van brugpensioen, is het niet altijd voor iedereen duidelijk wat dit nu eigenlijk is.

Het brugpensioen veronderstelt dat de werknemer door de werkgever wordt ontslagen. Dit is noodzakelijk aangezien één van de pijlers van het brugpensioen nu net de werkloosheid is. Zonder ontslag door de werkgever kan er geen sprake zijn van werkloosheidsuitkeringen.

Want: Wanneer u zelf ontslag neemt wordt u geacht vrijwillig werkloos te zijn en kan u geschorst worden voor een bepaalde periode.

De werkloosheidsuitkering is dus het eerste onderdeel van het inkomen van de bruggepensioneerde. Daarnaast zal de werkgever een bijkomende vergoeding betalen bovenop de werkloosheidsuitkering. Deze wordt berekend op basis van uw laatste brutoloon (geplafonneerd) en de werkloosheidsuitkering.

Het inkomen van de bruggepensioneerde bestaat dus enerzijds uit een gedeelte werkloosheidsuitkeringen en anderzijds uit een bijkomende vergoeding, betaald door de werkgever.

Toegang tot het brugpensioen

De nationale regeling voorziet in de mogelijkheid om brugpensioen te genieten vanaf de leeftijd van 60 jaar. In vele sectoren wordt echter de mogelijkheid voorzien om brugpensioen te genieten vanaf 58 jaar. Daarnaast bestaan er ook uitzonderingen voor bijvoorbeeld nachtploegen en oude sectorale CAO's waarbij de brugpensioenleeftijd tot 55 jaar kan dalen.

Bovendien was het mogelijk om in het kader van een herstructurering (bijvoorbeeld collectief ontslag of sluiting) de brugpensioenleeftijd te verlagen tot 50 jaar. Rekening houdend met lange opzeggingstermijnen, betekende dit dat sommige werknemers van 48 of 49 jaar oud, die ontslagen werden, al konden genieten van een brugpensioen tot aan de leeftijd van 65 jaar.

Om recht te hebben op brugpensioen, moet u tevens een bepaalde minimum anciënniteit hebben bereikt.

Wat verandert er nu?

Het generatiepact voorziet enerzijds in een verstrenging van de leeftijd waarop men de mogelijkheid heeft om brugpensioen te genieten en anderzijds van de minimum anciënniteit die men moet hebben om recht te hebben op brugpensioen.

Deze maatregelen zouden ingaan op 1 januari 2008.

De normale brugpensioenleeftijd zal op 60 jaar gebracht worden. De anciënniteit van 25 jaar wordt gradueel opgetrokken tot 30 en mogelijk zelfs tot 35 jaar.

Uitzonderingen worden wel nog altijd voorzien voor bijvoorbeeld nachtploegen en in de bouwsector. Ook zware beroepen zouden nog kunnen genieten van gunstigere voorwaarden.

Bovendien wordt het veel minder eenvoudig om in het kader van een herstructurering bij collectief ontslag of sluiting de brugpensioenleeftijd te verlagen tot 50 jaar. De standaard zal komen te liggen op 52 of 55 jaar, afhankelijk van het aantal getroffen werknemers.

Bovendien zal de werkgever die in het kader van een herstructurering de brugpensioenleeftijd wil verlagen, een tewerkstellingscel moeten opzetten. De oudere werknemer die wil genieten van een brugpensioen, zal verplicht zijn zich in te schrijven in deze tewerkstellingscel en er minstens gedurende zes maanden moeten aan deelnemen, wil hij zijn recht op brugpensioen vrijwaren.

Dit betekent dat hij zal moeten deelnemen aan onder andere de outplacementactiviteiten die hierin worden georganiseerd.

Het statuut van de bruggepensioneerde

De bruggepensioneerde heeft een specifiek statuut in de werkloosheid. Dit statuut zorgt ervoor dat:

  • hij zich niet beschikbaar moet stellen voor de arbeidsmarkt
  • hij zich niet dient in te schrijven als werkzoekende
  • hij het recht heeft om een werkvoorstel te weigeren.

Ook dit zal veranderen. De bruggepensioneerde (tot 58) zal in de toekomst (waarschijnlijk vanaf 2008):

  • wel beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt
  • zich wel dienen in te schrijven als werkzoekende
  • niet langer het recht hebben om een werkvoorstel te weigeren.

Deze maatregelen dienen de bruggepensioneerde ertoe aan te zetten om terug actief op zoek te gaan naar werk.

Aanzetten tot werkhervatting

De regering heeft wel een belangrijke incentive voorzien. Vanaf 1 januari 2007 is de werkgever verplicht om het gedeelte dat hij bijdraagt in het brugpensioen verder te blijven betalen aan de bruggepensioneerde als deze het werk hervat bij een nieuwe werkgever.

In het oude systeem stopte het brugpensioen als de bruggepensioneerde het werk hervatte. Door te voorzien in de verplichting tot doorbetaling bij werkhervatting hoopt de regering de mensen ertoe aan te zetten om actief op zoek te gaan naar werk. Op die manier combineert u het loon dat u ontvangt bij uw nieuwe werkgever met de brugpensioenaanvulling van uw oude werkgever. Bovendien wordt ook voorzien in een fiscaal gunstige behandeling van dit inkomen, zodat u ook daar niet afgestraft wordt.

End Of The Tunnel

Besluit

Met deze nieuwe regeling poogt men het brugpensioen op jonge leeftijd minder aantrekkelijk te maken en er tevens voor te zorgen dat, wanneer u toch op brugpensioen gaat, u een incentive heeft om actief op zoek te gaan naar een nieuwe job.

© 2006 Filip Corveleyn
Advocaat arbeids - en sociaal recht

 

Dit artikel geldt niet als juridisch advies. Het heeft enkel tot doel bepaalde juridische thema's te verduidelijken, zonder hierin juridisch volledig te kunnen zijn. De auteur schrijft dit artikel in eigen naam maar staat niet in voor het gebruik van dit artikel buiten het doel waarvoor het geschreven werd, namelijk het meedelen van basisinformatie.