Werken in Finland


Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken

 

Oppervlakte 338.145 km2 (circa 8,2 x Nederland)
Hoofdstad Helsinki
Inwonertal 5,17 miljoen (1999)
Bevolkingsdichtheid 17 inwoners per km2 (1999)
Godsdienst Evangelisch-Luthers (89%), Geen (9%), Grieks-Orthodox (1%), overig (1%)
Taal Fins (92%), Zweeds (6%)
Nationale feestdag(en) 6 december (Dag van de onafhankelijkheid, 1917)
Klimaat Gematigd, met lange koude winters en korte milde zomers  

 

Arbeidsmarkt

Beroepsbevolking per sector Landbouw en houtindustrie (6,3%), verwerkende industrie en bouwnijverheid (27,7%), diensten (66%) (1999)
Groeisectoren voor de arbeidsmarkt Hout en telecommunicatie
Werkloosheid 9,8% (2000, schatting); 10,2% (1999)

 

Finland in vogelvlucht:
Geschiedenis
Staatsinrichting
Binnenlandse politiek
Mensenrechten
Sociale situatie
Economische situatie
Buitenlands beleid en veiligheidsbeleid
Betrekkingen met Nederland

Geschiedenis  
Finland maakte vanaf 1323 deel uit van het Zweedse Rijk tot het in de 18e eeuw door Rusland werd bezet in 1809, gevolgd door inlijving in het Russische Rijk. Een Finse emancipatiebeweging bewerkstelligde, na lange strijd, in 1906 een eigen parlement en algemeen kiesrecht. Finland was daarmee het eerste land in Europa waar vrouwen algemeen en enkelvoudig kiesrecht kregen. Het was bovendien het eerste land ter wereld waar vrouwen verkiesbaar konden worden gesteld. 

Na de Russische Revolutie riep het parlement de onafhankelijkheid uit. Deze onafhankelijkheid werd formeel door de Sovjet-Unie erkend in 1920 met het sluiten van een vredesverdrag tussen beide landen. De buurman in het oosten bleef ook na de onafhankelijkheid een belangrijk stempel drukken op de Finse geschiedenis. In 1939 viel de Sovjet-Unie Finland binnen, wat voor de Finnen aanleiding was om in de Tweede Wereldoorlog partij te kiezen voor Nazi-Duitsland. Finland sloeg de aanval van 1939 met succes af. De Fins-Russische strijd laaide tussen 1941 en 1944 op. Uiteindelijk werd deze beslecht met een wapenstilstand tussen beide landen in 1944, een wapenstilstand die Finland meer dan 10% van haar vooroorlogse grondgebied kostte, waaronder Karelië. 

Na de oorlog was het belangrijkste streven op buitenlands politiek terrein het verbeteren van de relatie met de Sovjet-Unie. Tijdens de Koude Oorlog was Finland neutraal. Finland ontwikkelde zich tot een centrum voor ontspanning tussen Oost en West. In 1975 werd te Helsinki de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE) gehouden. Na de Koude Oorlog heeft Finland zich in toenemende mate op het Westen gericht. Op 1 januari 1995 trad het land tegelijkertijd met Zweden en Oostenrijk toe tot de EU.

Terug naar boven

 

Staatsinrichting  
Finland is een parlementaire republiek. De wetgevende macht is in handen van het parlement en de president van de republiek. De president, het Staatshoofd, dat direct door de bevolking wordt gekozen voor een periode van 6 jaar, neemt een positie in die in verschillende opzichten vergelijkbaar is met die in een land met een presidentieel stelsel. De laatste decennia zijn enkele beperkingen opgelegd aan de bevoegdheden van de President. De bevoegdheden van de President omvatten thans voornamelijk het toezicht op het niet-Europese buitenlands en veiligheidsbeleid, het opperbevel der strijdkrachten en het uitvaardigen van wetten en decreten. Met het afnemen van de macht van de President is het politieke zwaartepunt steeds meer bij het parlement en de regering komen te liggen.
Het Parlement omvat één kamer, Eduskunta. De 200 leden worden, via algemeen kiesrecht, direct gekozen voor een periode van vier jaar. Nu de positie van het parlement de afgelopen jaren is versterkt ten opzichte van de president gaan in het parlement steeds meer stemmen op de functie van de president tot een louter ceremonieel karakter terug te brengen.

Terug naar boven

 

Binnenlandse politiek  
Na de verkiezingen van maart 1999 werd een kabinet geformeerd dat bestaat uit dezelfde heterogene coalitie die de vier jaar ervoor Finland regeerde, de zogenaamde "regenboog- coalitie". Deze bestaat uit de Sociaal-democratische Partij (SDP) -de grootste partij van Finland- van Minister-president Paavo Lipponen met vier andere partijen: de conservatieve Nationale Coalitiepartij (KOK), de Zweedse Volkspartij (SFP), de Linkse Bond (VAS) en de Groenen. Het was voor het eerst sinds de onafhankelijkheid in 1917 dat in Finland dezelfde coalitie twee opeenvolgende regeerperiodes de regering vormde. Deze politiek continuïteit betekent ook beleidsmatig een voortzetting van het al in 1995 ingezette beleid, dat primair gericht is op het terugdringen van de werkloosheid met behoud van macro-economisch evenwicht. De coalitie kan steunen op 145 van de 200 zetels in het Parlement. 
In januari en februari 2000 zijn er presidentsverkiezingen gehouden, waarbij de Finnen de eerste vrouwelijke president Tarja Halonen, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, hebben gekozen. 55% van de vrouwen zouden hun stem op Tarja Halonen hebben uitgebracht. Daarnaast was ze de populairste kandidaat in de grote steden, waar ze op het platteland weinig steun vond. 

Terug naar boven

 

Mensenrechten  
De overheid respecteert de mensenrechten van de burgers. Wet en rechtspraak verschaffen effectieve middelen om met individuele overtredingen om te gaan. 

Terug naar boven

 

Sociale situatie 
Finland beschikt over een omvangrijk sociaal zekerheidsstelsel. Het gaat daarbij om uitkeringen voor inkomensverlies ten gevolge van ziekte, werkloosheid, moederschap, ouderdom, invaliditeit en van overlijden van de kostwinner.


Finland kent een grote structurele werkloosheid, met name in de noordelijke en oostelijke regio's. In 1995 is Finland gestart met een werkgelegenheidsbeleid gericht op het bestrijden van de (langdurige) werkloosheid om daarmee o.a. het systeem van sociale zekerheid te ontlasten. De werkloosheid is inmiddels gedaald van 16,5% in 1994 tot 9,8% in 2000 (schatting). Ondanks deze positieve ontwikkeling blijft het percentage langdurige werklozen hoog en blijft de druk op het stelsel van sociale voorzieningen groot. 


Een uitgebreid systeem van gezondheidszorg heeft bijgedragen aan een in zijn algemeenheid gezonde bevolking. Gedurende de jaren '80 en '90 lag de stijging van het percentage BBP besteed aan gezondheidszorg hoger dan het OESO-gemiddelde. De afgelopen jaren is in deze stijging een kentering opgetreden vanwege het terugdringen van de overheidsbestedingen.


Tussen 1970 en 1990 werd het Finse onderwijssysteem gekenmerkt door hervormingen en uitbreidingen. Met name het oprichten van universiteiten in de meer perifere gebieden van het land is hier een voorbeeld van. Het onderwijssysteem is universeel en gecontroleerd door de overheid; zij heeft de controle over zaken als het curriculum en diploma's. Na 9 jaar verplicht onderwijs, vanaf het zevende levensjaar, hebben leerlingen de keus te gaan werken of te gaan studeren in ofwel hoger ofwel beroepsonderwijs. Probleem hierbij is dat er een tekort is aan plaatsen op de universiteiten. Als compensatie hiervoor heeft de regering de kwaliteit van de technische scholen verbeterd, met als gevolg dat zij nu kwalitatief en qua arbeidsmarktperspectieven kunnen concurreren met de universiteiten. Finland besteedt veel aandacht aan verdere verhoging van het opleidingsniveau evenals aan activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Terug naar boven

 

Economische situatie 
Als rechtstreeks gevolg van het wegvallen van de Sovjet-Unie als belangrijkste afzetmarkt alsmede een economische recessie in de gehele EU die de Finse export verminderde, werd Finland aan het begin van de jaren '90 geconfronteerd met een ernstige economische terugval. Het gevolg was een toename van de werkloosheid van 3,4% in 1990 tot 18,4% vier jaar later. Daarnaast trad ten gevolge van toenemende kosten van de welvaartsstaat in combinatie met dalende overheidsinkomsten, beide het gevolg van de recessie, een verslechtering van de situatie van de overheidsfinanciën op. Mede met het oog op toetreding tot de EMU, één van de prioriteiten op economisch gebied van de diverse Finse regeringen in de jaren negentig, werden de volgende jaren gekenmerkt door het in evenwicht brengen van de macro-economische indicatoren door middel van een restrictief begrotingsbeleid. Als gevolg hiervan verbeterde de situatie van de overheidsfinanciën dermate dat toetreding tot de EMU werd gehaald. De mening van de Finse bevolking ten aanzien van lidmaatschap van de EMU veranderde van een ambivalente houding in een overwegend positieve. Meer dan vijftig procent van de bevolking is positief over de EMU-deelname, dit percentage is stabiel.


Tegelijkertijd werd in de jaren negentig een begin gemaakt met herstructurering en modernisering van de economie, om de internationale concurrentiepositie te verbeteren. Dit beleid is zeer succesvol geweest. De internationale concurrentiepositie is de afgelopen jaren belangrijk verbeterd. Op het gebied van de elektronica- en elektronische industrie behoort Finland momenteel tot de internationale top, met name dankzij de (mobiele) telecommunicatie.


De Finse economie heeft zich in de tweede helft van de jaren negentig voorspoedig ontwikkeld. Met een economische groei van boven de 4% is Finland een van de best presterende economieën van Europa. 

Terug naar boven

 

Buitenlands beleid en veiligheidsbeleid

Regionale samenwerking
Finland is lid van de Arctische Raad (opgericht in september 1996), die een aantal bestaande Arctische samenwerkingsverbanden op onder meer het gebied van grondstoffen, milieu, regionale samenwerking, inheemse bevolking overkoepelt.

Europese Unie
Finland bekleedde in de tweede helft van 1999 het voorzitterschap van de EU. Onder Fins voorzitterschap werd belangrijke vooruitgang geboekt in complexe dossiers, zoals uitbreiding, de Europese defensiedimensie en institutionele vraagstukken. Een van de
Finse speerpunten is het zgn. "Noordelijke dimensie"-voorstel. Hiermee wil men de aandacht van de EU richten op de Noordelijke regio en de relaties met de Russische Federatie en de Baltische staten en deze verder verdiepen en structureren. Men wil zich hierbij in eerste instantie richten op sectoren als energie, milieu (nucleaire veiligheid), handel en infrastructuur. Finland behoort tot de groep van 11 landen die als eerste de EMU vormt. President Athisaari droeg als bemiddelaar namens de EU in belangrijke mate bij aan de totstandkoming van een vredesakkoord voor Kosovo. 

Het Finse veiligheidsbeleid
Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft Finland een neutraliteitspolitiek gevoerd. In het bipolaire systeem van de Koude Oorlog balanceerde het op de grens van de Oost-West confrontatie. Een bijkomende factor was de bijzondere verdragsrelatie met de Sovjet-Unie die dateerde van vlak na de oorlog. De fundamentele wijzigingen in de politieke situatie in Europa sedert 1989 impliceerden een nieuwe en grotere handelingsvrijheid voor de Finse buitenlandse politiek.

Het besluit om het lidmaatschap van de Europese Unie aan te vragen, was de eerste concrete stap die Finland ondernam in de bijstelling van zijn buitenlandse beleid. Toetreding werd door de toenmalige Finse regering van Premier Esko Aho niet alleen wenselijk geacht om een onbelemmerde toegang te krijgen tot de West-Europese markt, maar evenzeer om Finlands externe veiligheid te waarborgen. Toetreding betekende het de facto einde van de Finse neutraliteit. Met EU-lidmaatschap werden namelijk ook de verplichtingen van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid geaccepteerd. De Finse regering participeert in het GBVB en neemt een open en constructieve houding aan ten aanzien van de ontwikkeling van een gemeenschappelijk defensiebeleid. Daarnaast handhaaft de Finse regering haar veiligheidsbeleid dat sinds het begin van de jaren '90 wordt omschreven als "een zaak van militaire niet-gebondenheid en het handhaven van een onafhankelijke en geloofwaardige defensie".

Formeel zijn daarom de veiligheidsgaranties van de NAVO- en WEU-verdragen niet op Finland van toepassing; de economische en politieke integratie van Finland in de Europese Unie brengen die garanties echter wel dichterbij. In Helsinki wordt dit onderkend en het vorige Finse kabinet heeft derhalve reeds enkele voorzichtige stappen ondernomen in de richting van herziening van het veiligheidsbeleid. Door een meer extensieve interpretatie van de bestaande wetgeving heeft het allereerst voldoende ruimte gecreëerd voor deelname aan oefeningen buiten het eigen grondgebied in het kader van het "Partnership for Peace"-initiatief van de NAVO. Een wetswijziging heeft de mogelijkheid geopend voor Finse deelname aan "extended peacekeeping operations" (vredeshandhaving in meer risicovolle omstandigheden, onder meer in Bosnië).


Hoewel toetreding in een later stadium tot de WEU en de NAVO niet wordt uitgesloten, is het onderwerp in Finland nog steeds enigszins controversieel. Het besef groeit echter dat een volwaardig lidmaatschap van de WEU en de NAVO bij een voortschrijdende integratie op termijn onvermijdelijk is. Finland wil de samenwerking met de NAVO intensiveren en neemt met 400 man deel aan SFOR, de door de NAVO geleide vredesoperatie in Bosnië.

Terug naar boven

 

Betrekkingen met Nederland 
De banden tussen Nederland en Finland zijn uitstekend. Er bestaan intensieve politieke, economische en culturele banden. De economische relatie met Finland wordt gekenmerkt door een klein handelsoverschot in Nederlands voordeel. Finland investeert daarnaast meer in Nederland dan andersom, waardoor ook de balans wat betreft de directe investeringen in Nederlands voordeel is.


Politiek gezien is er met Finland eveneens een goede band. Er wordt regelmatig overleg gevoerd over kwesties onder meer verband houdende met de stellingname inzake de WTO, Europese handelspolitiek en de relaties met de Midden- en Oost-Europese landen en de Russische Federatie. Daarnaast hebben Nederland en Finland veel contact met elkaar in het kader van de EU.


De culturele uitwisseling met Finland is van bescheiden omvang en geschiedt overwegend zonder tussenkomst van de overheid. Regelmatig vinden in Finland op kleine en soms grotere schaal Nederlandse manifestaties plaats op muziek-, dans- en tentoonstellingsgebied. Krachtens het cultureel akkoord worden jaarlijks door beide landen beurzen beschikbaar gesteld voor postdoctorale studieprogramma's. Aan de Universiteit van Helsinki is een volledig lectoraat Nederlands verbonden. Ook aan een aantal andere Finse universiteiten wordt in het kader van de Germanistiek Nederlands gedoceerd. In Nederland wordt de Finse taal- en letterkunde gedoceerd aan de universiteiten van Groningen en Amsterdam.

NB: voor cijfers en statistieken vindt u de meest actuele informatie op www.minbuza.nl

Handige adressen:

Ambassade
Groot Hertoginnelaan 16
2517 EG Den Haag
tel: +31 (0)70 346 97 54

Verkeersbureau
Finnish Tourist Board Benelux
Tel. +31 (0)20 201 34 89
E-mail: finland.nl@mek.fi

Terug naar boven

 

 

Buitenland    Terug    Send to a friend    Print